Een van de moeilijkste dingen van beleggen is het businessmodel van een bedrijf op waarde schatten. Niet zo gek want er komt veel bij kijken.
In welke sector is het bedrijf actief?
Is het bedrijf kapitaalintensief?
Hoeveel concurrentie is er in de markt?
Wat is de macht van de klant en de leverancier?
Is er toekomstig groeipotentieel voor het bedrijf?
Zomaar een greep van aspecten die het verschil maken in of je belegging succesvol is of niet.
Ik zeg altijd dat stap 1 van goed beleggen is, begrijp je het bedrijf? Daarmee bedoel ik niet alleen of je snapt wat ze verkopen. Maar weet je ook waar ze actief zijn? Op Instagram deelde ik een quiz met de vraag waar AHOLD de meeste omzet behaalt. 40% van de mensen ging ervan uit dat dit in Nederland is, maar niets is minder waar. AHOLD behaalt de meeste omzet in de VS. Het is dus verleidelijk om je bij AHOLD te laten leiden door de prestaties van Albert Heijn en Bol.com in Nederland, maar die zijn in mindere mate belangrijk voor deze belegging. In de VS is de marktpositie van AHOLD veel minder sterk en concurreert het bijvoorbeeld tegen grootmachten Wal-Mart en Amazon. Hierdoor wordt het de komende tien jaar veel lastiger voor AHOLD om daar goed geld te verdienen.
Nog een denkwijze die regelmatig voorkomt is het selecteren van een ‘veilig bedrijf’. Een bedrijf dat al jaren solide is en het gewoon goed doet. Maar ook dat is geen garantie voor en goede belegging. Er wordt namelijk gemakkelijk vergeten dat de beurskoers een representatie van hoe de markt denkt over het bedrijf. De beurskoers is dus al gecorrigeerd voor het feit dat het een solide bedrijf is. Doordat deze correctie er al in zit is het bedrijf meermaals niet de beleggingsparel die je misschien denkt.
Microsoft is hierbij een voorbeeld. In de periode 2001 – 2014, waarin Microsoft groot werd, heeft de beurskoers 13 jaar lang niet bewogen, Simpelweg omdat de waardering in 2001 te hoog was.
Tot slot zie ik soms dat beleggers een kapitaalintensief bedrijf selecteren, maar geen rekening houden met de kosten van toekomstige groei. Voor kapitaalintensieve bedrijven kost groeien heel veel geld. Daar moet je in de belegging rekening mee houden. Neem bijvoorbeeld een autoproducent. Als die zijn verkopen wil opvoeren terwijl zijn huidige fabrieken al vol bezet zijn, dan kost dat een paar miljard om een nieuwe fabriek neer te zetten. Voordat die investering weer terugverdiend is, ben je heel wat businessjaren verder. De vraag is of dat geld überhaupt terugverdiend gaat worden, want concurrenten doen precies hetzelfde. Met als uiteindelijke gevolg dat de hele auto-industrie vanuit beleggersperspectief een dramatische dynamiek heeft.
Dit is zomaar een greep uit de onvolledige denkwijze die ik bij beleggers regelmatig zie. Mijn membership gaat 1 mei van start en niet voor niets starten we met dit onderwerp. Als het je nog leuk lijkt om mee te doen, schrijf je dan snel in.